Hoe word je een goeie begeleider?

Voor deze opdracht ga ik je uitleggen hoe je een goeie begeleider kan worden. Daarbij benoem ik een aantal van mijn kwaliteiten, en van mijn verbeterpunten. Deze verbeterpunten zijn ook gelijk mijn leerdoelen die ik heb opgesteld voor mezelf. 

 

Om een goede begeleider te worden, heb je volgens mij een aantal kwaliteiten nodig. Deze kwaliteiten zijn ontzettend belangrijk voor het beroep begeleider. Ik heb ze hier op een rijtje voor je gezet. 

- Goed kunnen luisteren (inleven). Je moet goed kunnen luisteren naar je cliënten, maar misschien nog wel belangrijker, laten zien dat je aan het luisteren bent. Wanneer je aan een cliënt laat zien dat je interesse toont, heeft de cliënt ook meer redenen om met jou in gesprek te gaan. Wanneer je ongeïnteresseerd naar een cliënt luistert, en bijvoorbeeld met andere dingen bezig bent, heeft de cliënt ook geen zin om een gesprek met jou te voeren. Je moet actief en empatisch luisteren. Dit betekend dat je moet laten zien dat je aan het luisteren bent, en dat je vragen stelt. Ook moet je medeleven tonen aan de cliënt wanneer er iets is gebeurd. 

- Goede houding. Je moet als persoonlijk begeleider een goede houding hebben. Dit betekend een professionele houding en een volwassen houding. Het is de bedoeling dat je dingen goed en makkelijk oplost. Wanneer jij een onvolwassen houding aanneemt, kan dit bij de cliënten in het verkeerde keelgat schieten. 

- Goed kunnen praten. Om een goede begeleider te worden, moet je goed kunnen praten. Je moet empathie kunnen tonen aan de cliënten, en goed contact kunnen leggen. Wanneer jij zelf heel stil bent, is het lastig voor cliënten om contact te leggen. Je zult uiteindelijk zelf op een cliënt moeten afstappen om een band op te bouwen, of om contact te zoeken. Je moet er nooit vanuit gaan dat een cliënt naar jou gaat. Uiteraard heb je wel cliënten die contact zoeken, maar een band opbouwen moet van beide kanten komen. 

- Zelfverzekerd zijn. Om een goede begeleider te worden, moet je zelfverzekerd zijn. Je moet sterk in je schoenen staan en goed je grenzen aan kunnen geven. Er zijn altijd cliënten die grenzen opzoeken, en hier moet je voor waken. Ikzelf heb weleens last van ongepaste opmerkingen, en je moet dan echt voor jezelf op kunnen komen. Wanneer je dit niet doet kunnen cliënten een loopje met je nemen, en dit wil je niet, want uiteindelijk ben jij altijd nog hun begeleider. 

- Samenwerken. Als persoonlijk begeleider moet je goed kunnen samenwerken. Je krijgt veel te maken met collega's. Of dit nou gaat over het overdragen, of om een lastige cliënt. Je moet goed op elkaar kunnen inspelen. 

- Flexibel zijn. Als persoonlijk begeleider krijg je veel te maken met lastige situaties. Wanneer er iets aan de hand is, moet je gelijk om kunnen schakelen. Je moet heel flexibel zijn als persoonlijk begeleider, want er kan elk moment iets gebeuren. Ook kan het zijn dat je een activiteit hebt bedacht, maar dat de cliënt wat anders wil doen. Hier moet je goed op kunnen inspelen, en niet boos worden. 

- Geduld. Als persoonlijk begeleider heb je veel geduld nodig. Er kunnen bewoners zijn die jou irriteren, maar dit mag je niet laten merken. Natuurlijk mag je soms boos worden op een cliënt, maar geduld is wel heel belangrijk. 

 

Dit zijn voor mij de belangrijkste kwaliteiten die je nodig hebt om een goede begeleider te worden. Uiteraard zijn er nog wel meer kwaliteiten die je nodig hebt, maar ik vond deze kwaliteiten het meest belangrijk. Ik denk dat ik deze kwaliteiten allemaal wel beheers. Het enige wat ik nog lastig vind is mijn houding en mijn geduld, en zo komen we ook gelijk bij mijn verbeterpunten. Dit zijn ook gelijk mijn leerdoelen die ik al vanaf het begin in mijn hoofd heb. 

Leerdoelen:

- Goede houding. Omdat ik de bewoners op mijn stage allemaal al van jongs af aan ken, is het lastig om ze niet als vrienden te zien. Met mijn houding kan ik het nog weleens lastig hebben. Ik ben van mezelf een spontaan en vrolijk iemand, en ik maak snel vrienden. Bij mijn stage is gelijkwaardigheid erg belangrijk, en ik probeer van daaruit te werken. Soms ben ik alleen bang dat ik iets teveel gelijkwaardigheid gebruik. Ik zie de bewoners meer als vrienden dan als bewoners. Echter, als er iets gebeurd, treed ik wel gelijk in mijn begeleiders rol. Ik moet hierin nog een beetje sturing krijgen, maar ik denk dat ik al goed op weg ben. Ook vind ik het lastig om geen 'ouderrol' aan te nemen. Veel cliënten pikken dit natuurlijk niet. Ook hiermee ben ik bezig. 

- Geduld. Ik ben van mezelf een erg vlot persoon. Als iets niet snel genoeg gaat, kan ik nogal eens mijn geduld verliezen. Dit is voor mij ook een leerdoel, omdat geduld hebben voor mij erg belangrijk is als begeleider. Ik ben hier al druk mee bezig, en het gaat steeds beter en beter. Bij sommige cliënten heb je natuurlijk meer geduld nodig dan bij andere cliënten. 

 

Ik ben al druk bezig met deze leerdoelen. Het gaat gelukkig al steeds beter en beter. Ik krijg goede begeleiding van mijn stagebegeleider, dus het moet helemaal goed komen!